t 5 Nog waakt de Leeuw, gelegen aan Haar voet, hij brult en geeselt met den staart Zijn flankenwaar een onheil dreigend naakt. Nog zijn de tijden van Scaevola niet verjaard, Geen eeuwen doen den roem vergaan, Dien onze vaad'ren oogstten, want Een breede schaar van dapperende bloem Van Neerland's jongelingschap zweert steeds nog jaar Op jaar: »Trouw aan de Koningin!" en dorst naar roem Paart zich aan liefde tot hun land. Nog zijn er mannenvroom gezind Die goed en lijf aan 't moordend staal en kruit Ten offer brengen; 't strijdgewoel verstomt, Wanneer in 't rond de kreet klinkt, daverend geuit: »Steeds voorwaarts! Redt het Koningskind!" J.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 221