j 7 Wees eindelijk ook een parel van den morgendauw gelijk, die neerdaalde op een slanken stengel, die haar trotsch een blad, als vasten arm om in te rusten bood, en daar nu schittert, rijker dan het teerst juweel, in 't milde morgenlicht, maar die ook straks, als hijdie haar eens opving en beschermend droeg, dan kampend met de heete zon van dorst versmacht, zich geven zal, haar glans, haar schoon heid, zich geheel, als offerande aan hem, wien eenmaal zij zich gaf, geheel hem toegewijd, vervuld van hoop en vol vertrouwen op zijn toekomst, toen wel onbekend, maar lieflijkvalsch omsluierd in 't donzig roze van den morgenstond. Wees zoo, streef, streef naar dat verheven ideaal en dan, dan zult gij eenmaal berekend voor de schoone, zware taak zijn, waartoe 't lot ook U eenmaal wellicht zal roepenAmen Due de Tjolk. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 223