yy TT J/ aak droomde ik van U ■4^ Uw lieflijke gestalte Boog neder over 't bed Waar ik mijn rust genoot: Zacht kustet Gij mijn' mond, Mijn voorhoofd en mijn wangen. Terwijl Gij liefdevol Mij in Uwe armen sloot. Gij maandet zachtkens mij Tot lijd'lijke berusting, 'Wijl 'k aan Uw zacht gebod Geen langen weerstand bood. Tevreden sliep ik voort Totdat ik zou ontwaken. Dan doemde 't »Nu" weer op: Alleenen Moeder dood Toni.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 231