EEN WEDLOOP. »Ja, hoor eens," zei ik eindelijk ongeduldig, want dit geharrewar begon mij te vervelen, »hoe 't ook zij, ik zou wel willen, dat je haar wat minder het hof maakte en met je gezelschap vervolgde." »Ik begin te gelooven", antwoordde mijn vriend, terwijl hij spottend lachte, »dat je razend verliefd bent op Grete; niets meer of minder!" Welnu: ja dan!" zei ik, mij steeds meer opwin dend, »dat ben ik, en ik wilde wel, dat je me daarin met rust liet." «Maar, beste jongen ging mijn vriend Anton voort, terwijl hij opeens veel ernstiger keek, »dan kan ik je meedeelendat je een gevaarlijk mededinger hebt. Ik verzeker je, dat ik mijn avances met kracht zal doorzetten." Ik weet niet, wat mij tot de onrechtvaardigheid leidde om Anton te willen verbieden op een jonge dame verliefd te zijn, die wij beiden op onzen tocht door het Reuzengebergte hadden leeren kennen Ik geloof, dat het hevige, uit alle liefde geboren egoïsme de oorzaak was, en ik gevoelde mij hevig veront waardigd, dat Anton mij in mijn plannen kwam hin deren. »ot«£oc

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 234