V, J 25 »Ik ben van mijn familie, met wie ik den Löwen- kopf beklommen hadafgedwaalden nu ben ik reeds geruimen tijd aan het dwalen, zonder den weg te kunnen weervinden." Ik dankte den hemel, die mij dit gelukkig toeval gezonden had, en, Grete mijn arm aanbiedend, sloeg ik haar voor, samen den terugtocht te aanvaarden. Zij nam dit met graagte aan, en onze afdaling begon. Ik dacht er zelfs niet meer aan naar den Aussichtsturm te gaanmijn oogenblikkelijk geluk woog tegen alles op. Gedurende het vermoeiende afstijgen spraken we niet veelmaar eindelijk bereikten we het vlakke terrein en de dichte bosschenen toén Anton, dien avond fluitend en zingend in Scliön- berg terugkomend, bleef als door het weerlicht getrof fen staantoen ik hem met Grete aan den arm tegemoet kwam, en hem mijn verloofde voorstelde. Spoedig kwam hij echter tot bezinning, en begreep, dat dit eigenlijk de eenige rechte oplossing van de zaak was, en dat Grete alleen aan mij mocht toebe- hooren Hoewel zeer bleek, wenschte hij ons beiden glimlachend geluk, en liet zich toen dien avond niet meer zien. Ik ben overgelukkig in mijn huwelijk, en Anton, die spoedig na mij op een voorspoedige wijze aan een allerbekoorlijkste vrouw kwamvan wie hij evenmin een oogenblik verdriet heeft gehad, is altijd mijn trouwste vriend gebleven. Toen we onlangs met ons vieren een reisje door r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 241