29
En nu naar 't binnenplein.
WachtVlug de pet op 't hoofd
Papa stapt mijm'rend rond
Hj heeft zich veel beloofd,
Van 't heug'lijk oogenblik.
»Nog even naar 't bureau!"
Daar wordt den haar geleerd
Hoe hij met fieren blik
Den meerdre salueert.
En ziet! Daar stapt hij heen,
De stropdas achter 't oor
Met vluggen strammen pas,
En diep bewonderd door
Papaatje, die, verrukt,
Bij 'twand'len door de straat,
In 'trond tuurt of elkeen
Zijn zoon wel gadeslaat,
Die deftig voortmarcheert.
En na een blijden dag
Verlaat men weltevreê
Fol, Flora of »De Brug;"
En de soldaat in spe,
Stapt moedig naar 't gebouw
Waar hem nog vóór den nacht
Een weelderig festijn,
De dieren voed'ring", wacht.
Men komt dan weldra aan
En plaatst zich aan den disch.
In nette rijen staan