NATUUR.
e avond valt
En langzaam hult zich
De aarde als in een dichten sluier.
Mensch en dier legt zich ter ruste:
Heel Natuur schijnt in te slapen.
Zachtkens ritselen de blaad'ren
Als de wind ruischt door de hoornen.
Vriendlijk kabbelt 't dartle beekje,
Speelt met 't licht van duizend starren.
Als een zilvren gordel kronkelt
Het langs lage, drasse boorden,
Door de heidewaar in 't maanlicht
Elfen hunne reien dansen,
Dartel schuimend, zijnen oorsprong
In het dichte woud verbergend.
Zachtkens klaat'ren zijne golfjes,
In verheven melodieën
Vrede ruischend, stillen vrede.