■e 63 en nu aan den deurknop rammelde, zacht haar naam noemend.... Maar ze antwoordde niet, en snikte voort, luid en hevig, met schokken, die haar lichaam doortrilden, en ze vreesde, dat hij zou komen, omdat ze de deur niet op het slot had gedaanen ook was ze angstig, dat men het beneden hooren zou. Doch hij kwam niet, en zijn voetstappen verdwenen door den donkeren gang. En beneden bleef liet rustig, en ze hoorde alleen het suizen van de zware stilte, die op haar neerdrukte als lood, terwijl ze daar lag, het hoofd verborgen in de kussensuitsnikkend haar groot verdriet. V. Traag ging de nacht voorbijen toen aarzelend de morgen zijn lichtkleed over de ontwakende aarde kwam uitstrekken, vond hij Marie in een onrustigen sluimer, dien uitputting en overspanning medelijdend over haar gebracht hadden, nadat zij minuut voor minuut, uur voor uur had geteld, en doorleefd in de volheid van het lijdendat zij met zich droegen. Maar toen zij de zware oogleden opslaand, ontwaakte, was ook het besluit in haar gerijpt, dat over haar toe komst zou heerschen. Zij begreep, dat zij Adolf niet meer kon liefhebben met de liefde, trouw en machtig, van vroeger, en dat zij anders zag en anders gevoelde, nu dat groote, dat zonnige Geluk in haar was opengebloeidnu het daar boven, in Eduard's kamer, in haar gestraald had als een groot Licht van openbaring, dat haar het Eden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 279