J Jn 0L(Svlwv. DE LEZER STELLE ZICH S. V. P. VOOR: een ontloken witte roos; twee half ontloken rozen; a. Een rozestruik tweeknopjes; aantal blaad jes naar verkiezing, mits rozenblaadjes. b. Een trapladdertje in de nabijheid van dien rozestruik. c. Een dwergje staande op het laddertje, druk bezig doorntjes te plukken. d. Een mandje liefst een snoeperig werkmandje, waarin het onder c genoemde dwergje de doorntjes opbergt. eel geluk! beduidt het bloempje, Dat ge in uw verbeelding ziet, Doch een roosje zonder doornen Ach't groeit op deze aarde niet Zelfs aan mijn denkbeeldig struikje, Aan mijn mooie witte roos, Zijn de stengels en de blaren Geen van alle doornenloos.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1893 | | pagina 289