VII boekske immers grootendeels geleverd en hoe kunnen we iets anders van het korps verwachten, waar wijdie uit zijn midden gekozen werden om recht te spreken over zijn voortbrengselen, het oor deel door een plaatsing reeds hebben geveld? Mocht men zich niettemin gedrongen gevoelen een vernietigende critiek uit te spreken welnu, dan hopen we, dat deze zelfkastijding een prikkel moge zijn om de eenoogigenwelke wij uit de blinden gezocht hebben, hun koningschap in de toekomst meer luister te doen bijzetten; is de stem ming milder zoo wenschen we, dat deze zelf ingenomenheid gewettigd moge zijn. Genoeg om te begrijpen, dat wij den Almanak met volkomen gerustheid in de wereld zenden, vertrouwende, dat de moeite, welke wij ons bij den omvangrijken arbeid zoo gaarne getroostten, wel een weinig waardeering zal ondervinden. De Redactie. J. T.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 13