CXI, V Maar Medea, de dol vermakelijke Medea, was het glanspunt van den avond. Philippe de Montalbaine die dit drama zoo handig in elkaar zette, Proppie, die met tact de muziek koos en uitvoerde zij hadden eer van hun werk. Toch was er iets, dat ons hinderde. Niet, dat de speech van den régis seur, den diplomaat par excellence, door een onbe grijpelijk misverstand verkeerd werd uitgelegd daarvoor begrepen wij haar te goed. Doch er was meer. Ds. Van Stapelenons aller Stappswas door onvoorziene omstandigheden grootendeels van de medewerking uitgesloten en al was zijn beelden galerij meesterlijk, toch was het cadettenpubliek dat gehongerd had naar zijn optreden, begrijpelijker wijze teleurgesteld. De repetities hadden zooveel doen verwachten Hulde te meer aan den directeur van het Saakie, den onvermoeiden van Aïsma, die zorg droeg, dat niettemin de 4de Maart met gouden letters in de gedenkboeken van het Vivatsche archief staat gegrift! Hij was het, die het devies der vereeniging tot verwezenlijking bracht: door hèm heeftzy geleefd, gegroeid en gebloeiden te krachtig is het leven haar door zijn organiseerenden adem ingeblazen, dan dat de toekomst het ooit zou kunnen fnuiken. Donderend was het hoera, waarmee op een in den kamptijd gehouden Vivatfuif instemming werd be tuigd met het voorstel, van Aïsma het eerelidmaat schap aan te bieden. Niet minder voorzeker verdient de penningmeester régisseur der vereeniging, Hioolen, dezen titel, die hem bij dezelfde gelegenheid werd toegekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 152