8
en van Napoleon ontving hij op zijne herhaaldelijk
afgezonden depêches en koeriers taal noch teeken.
Plotseling krijgt hij last zich onmiddellijk naar
Parijs te begeven; hij wordt er voor eene rechtbank
gebracht, die beslist, dat hij zich niet aan zijne
instructies heeft gehouden en hem noodzaakt zijn
ontslag te nemen.
De drie jaren, op zyn ontslag volgende, waren
zeer rustig, hij bracht ze te midden der zijnen op
zijn landgoed »la Chemaie" door. Hij had ver
schillende gegevens betreffende de landengte van
Suez vergaard en wijdde al zijn tijd aan de bestu
deering van dit onderwerp. Aan de uitkomst van
de opmetingen van Lepere hechtte hij geen geloof,
een verschil in waterstand tusschen Roode- en
Middellandsche Zee, en dat wel van 9 M.was
volgens hem onmogelijk; hij sloot zich hierin aan
bij de opinie van Laplace, die eene lezing over dit
onderwerp had gehouden.
Daar verneemt hij het bericht, dat Abbas-Pacha,
opvolger van Méhémet-Ali, gestorven is en dat zyn
vriend, de jeugdige Mohammed Sa'ïd tot troonsop-
volger is benoemd. Bij den onontwikkelden Abbas-
Pacha had hij nooit met een voorstel betreffende
eene doorgraving voor den dag durven komen; nu
een meer beschaafd persoon het onder-koningschap
over Egypte had aanvaard, besloot hy onmiddellijk
de kans te wagen.
9 November stapt hij te Egypte aan wal. De
ontvangst, die Mohammed Saïd hem bereidde, over
trof verre zijne verwachtingen en schonk hem meer