13 Onmiddellijk na sluiting van de leening spoedde De Lesseps zich met den hoofdaannemer M Hardon en zijne ingenieurs naar Egypte. De aanvoer van zoet water werd geregeldhet zoetwaterkanaal ge traceerd en met de sheiks over de levering van werklieden onderhandeld. 25 April 1859 waren alle voorbereidende werk zaamheden afgeloopen en werd de eerste hand aan het groote werk gelegd. »In naam van de algemeene maatschappij van het »kanaal van Suez,» zeide de Lesseps, »en tengevolge »van de besluiten van den raad van administratie, zullen wij den eersten spadesteek doen, die den toegang tot het Oosten zal openen voor den handel »en de beschaving van het Westen. »Wij zijn hier allen vergaderd, bezield met het- »zelfde denkbeeld van toewijding aan de belangen »der aandeelhouders van de maatschappij en van haar verheven oprichter en beschermer, vorst Mohammed »Saïd. »Het nauwkeurig onderzoek, dat wij ingesteld »hebbengeeft ons de zekerheiddat de onderneming »waarvan de uitvoering heden begint, niet alleen een »werk zal zijn van vooruitgang, maar groote waarde »zal geven aan de kapitalen die het zullen verwe zenlijken. »Ieder uwer,» vervolgde hij, zich wendende tot de Egyptische werklieden, »gaat zijn eersten spade- »steek doen voor dit groote werkevenals wij hebben »gedaan. Herinnert udat gij niet slechts den grond »gaat omwoelenmaar dat uw arbeid voorspoed gaat »brengen in uw huisgezinnen en over uw schoon land.»

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 177