34 Gierend zuchten Door de luchten, Noodgeschrei, orkaangeguil Tusschen 't knett'ren En 't verplett'ren Beendoordringend wraakgehuil. Tronen schudden. Over kudden Zwaait géén Herder meer zijn staf En God's gave Aan den brave Is slechts 't koude, kille graf. Als de stormen Van 't Hervormen Eindelijk rustig liggen gaan Neemt ook verder Weer de Herder Zeeg'nend Zijne kudden aan. Purperglimmen Aan de kimmen Vol van gulden schitterpracht. Voog'lenkeelen In de abeelen Orgelen hun liedjes zacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 198