DROOMERIJ. Nog 'nuur en de zon staat op haar hoogtepunt. Wat is ze vroolijk dezen morgen: geen wolken belemmeren haar ook 't uitzicht op onze schoone aarde; zij is zich bewust harer edele taak Koningin van 'tLicht! Opgeruimd is ze en haar stralen ijlen, als brengers eener .blijde boodschap, naar omlaag. O! zoo lang nog de zon in prachtigen vuurgloed zich afteekent op het vloeiend azuur van den hemel is er hoopleven geluk. En altijd gaat ze, fier onder de weelde van haar poëtisch bestaan, voort met koninklijk haar gaven te verspreiden. Haar licht valt ook op het geboomte, dat de helling eener bergketen bedekt, 't Zijn dunne stam men, wier ouderdom nog niet het aanzijn schonk aan sagen; geen kruinen, die in speelschen overmoed de wolken aanraken en door 't minste fluisteren van den wind in de bladeren de aansluiting tusschen de gevaarten der lucht veranderen in scheiding. Geen dichter bevolkte, zonder de overlevering te raadplegen, dit bescheiden woud met 'n heir van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 200