I 54 dat juicht en jubelt. De zangers van de lucht verkonden luid hun dank. Die toon verrukt het hart van al wat leeft en wil [genieten. De vreugde-bloemen heffen 't hoofd, de vlinders vliegen van bloem tot bloem het grijzige is verdwenen met vroolijk blauw tooit zich de hemel en lacht de aarde toe, die frisch en fleurig uit dien lach zich nieuwe vreugde schept. O Dagvorstinik dank u Uw gouden gloed verdrijft al 'tsombre, al het nare, al de verveling. O! kondt gij altijd, eeuwig blijven! straalde eeuwig uw glans, üw luister in ons hart, dat smeekt om vreugd Maar neen, ik weet het, eens helaas komt weer de droeve tijd van scheiden, tot weerziens dan W. ff; ffi; - r iVut t-:. 1 .1V7 :Kj

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 218