94
verwijten. Ik scheen althans op dit punt gerust,
ging upstairs om een vaste partij biljart te spelen,
doch deed het zoo onvast, dat ik na tien minuten
de queue wegzette en weer tien minuten later in
een vasten slaap geraakte, bij de stoompijp. Zoo
wisselden langen tijd het vaste en het onvaste in
mij af en nog den huidigen dag kan mij dat
malfen van toen hinderen.
Nimmer heb ik den slaap beschouwd als een
nobelen dief, die aan den tijd ontrooft, wat hij
aan de krachten teruggeeft en zal dit ook wel
nimmer doen, doch toen was het mijn plicht ge
weest wakker te blyven. En juist omdat ik 'top
mezelf niet begrepen had, omdat ik een beetje
angst voor me had, dommelden wij (samen gelukkig)
in, ik en ik, terwijl we hadden moeten bakkeleien.
Met roffel van kwart werd ik wakker, 't gebeurde
betreurende, want alhoewel er wijsgeeren zijn, die
zeggen dat de mensch zich 't verledene niet kan,
misschien zelfs niet mag aantrekken (welke lieden
zeer zeker gelijk kunnen hebben) is me dat nooit
gelukt en is het mij nimmer onverschillig geweest
of iets met mij gebeurd is of wel mét Pisistratus
of Ramses den Groote of met Karei den Kale, het
geen alles toch in 't verleden ligt. Bovendien heb
ik met dien Karei nog zijn hoofdeigenschap gemeen,
zoodat zijn geschiedenis me feitelijk niet onverschillig
kan zijn, doch uit het hebben van een zelfde kwaal
groeit, zooals men zietniet altijd sympathie.
Ik vond gelukkig in de studie een weinig afleiding
voor mijn sinistere bui, een weinig zeg ik, want
mijn gedachten dwaalden weldra af en trachten te