96
pantalon, boord en stok hem slechts een schijntje
vrede en rust, en dan nog maar alleen op zyn pro
menades, gaven. Zelf scheen hij dit niet te mer
ken, daar 's mans kleeding en uitrusting beter de
functie van in slaap sussen scheen te verrichten
dan werkelijke maf of arbeid. Als de vent gigerl
blij ft tot aan zijn dood toe en 's nachts heel gauw
inslaapt, dan is hij het gelukkigste wezen op de
wereld, dacht ik, doch ik zag op 't zelfde oogenblik
de grootste malcontentheid onder zyn hoed. Voeg
daarbij nog dat ik overwoog hoe licht eerstdaags
nog gigerl chemises zouden kunnen uitgevonden
worden, als wanneer het slaapwandelen natuurlijk
moet toenemen, dan zal men begrijpen dat zoo'n
voorwerp van onrust me geen vrede gaf.
Een zenuwachtige beklemdheid deed me den loop
pas aannemen, daarna met een doelmatigen wind-
lucifer een sigaar aansteken en toen die opgerookt
was.was ik behouden.
Niet dat de tabak het werk van pantalon, stok,
boord, slaap en arbeid op zich genomen had, doch
ik gaf van mijne sigaar respectievelijk vuur aan den
fin-de-sièkullerdie mij zoo >jfin-de-siècle hard" had
zien loopen door de straat, en aan een mensch.
De kritikus van mijn looppas had liever een wind-
lucifer van me gehad doch kreeg de sigaar, mijn
brandende Juno, den andere wou ik een windlucifer
geven, doch deze nam de sigaar.
Ik zal maar niet vertellen wat die windlucifer,
(mijn tweede ontmoetende wandelaar), me zeide.
Over stuur kon ik toch niet meer geraken, daarvoor
lag ik al te veel op één kant en belachelijk kon ik