97 hem niet vindenwant de heeren (meestal jonge), die om 't hardst meegonzen en nu en dan gillend een t is fin-de-siècle!" over de lippen gooien, juist wanneer ze zelf den boel nog een beetje dolzinni- gei helpen draaien dan het draait, terwijl ze mee- nen zelf hoegenaamd niet debet te zijn, die kuilers van het grootste formaat zijn 't uitlachen niet waard, want ze nemen zich zelf beet en foppen bovendien het geheele opkomend geslacht, (dus de maatschappij van over tien jaren), dat van den rommel op het ondermaansche hoe langer hoe minder snapt. Met een //dank u zeer h' kneep hij uit en de wind ging liggen; doch het was niet daarom dat de bejaarde man die ganz ruhig langs den weg stapte, het ge bruik van mijn windlucifers weigerde, toen hij vuur vroeg. Kalm en tevreden zag hij er uit, zijn jas, broek, boord en houding, alles scheen er op te wijzen, dat hij veel had ondervonden, dat hij een rijk leven achter den rug had. Mijn eerste gedachte bij zoo n overweldigende (door 't exeptioneele er van) vei schijning was: hoe is die man, die gedurende lange jaren aan de offensieve stooten van het leven heeft bloot gestaan, zoo kalm, zoo oud en tevreden geworden, misschien wel altijd geweest? Hij zag er uit, alsof ik gerust tegen hem had kunnen zeggen //ik vind het leven taai en ik wou dat ik van zijn beteekenis maar een schijntje notie had Doch t was niet noodig, want onder 't oveneiken van t vuur had hij, blijkbaar een oer- medicus, me den pols gevoeld en, kwaal zoowel als middel in eens overziende, zei hij: 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 261