EENS.
ens ontmoetten my uwe oogen
Eens, en toch was dat genoeg
Om voor eeuwig U te volgen,
Waar ook 't lot U henen joeg
Eens hebt gij me trouw gezworen,
Eens, maar was 't mij niet genoeg
Om voor eeuwig te gelooven,
Dat uw hart slechts voor mij sloeg?
Eens omvatten U mijne armen,
Eens, maar God! was 'tniet genoeg,
Om voor eeuwig te aanbidden
'tMondje, dat slechts liefde vroeg?
Eens slechts las ik in uw ziele!
Eens, maar dat was ook genoeg
Om voor eeuwig te verbrijz'len
'tAfgodsbeelddat 'kin mij droeg!
Marius.
Sib»