123
Zooeven kreeg ik een brief uit haar geboortestad,
waar haar ouders wonen en de mijne, en waar ik
ook geboren ben
»Kitty is dood. Zij was in gezelschap van een
vriendin naar Davos gegaan, omdat de dokter dat
klimaat had aanbevolen voor haar gezondheid. Want
zij was zeer zwak en kon niet lang meer leven. Zij
volbracht de reis niet. In plaats daarvan ging zij
naar Badenweileromdat het sporen te vermoeiend
was.
,/Op zekeren dag was zij alleen gaan wandelen,
en toen de avond viel, had men haar niet thuis
zien komen. Haar vriendinin radeloozen angst, ging
haar zoeken, vergezeld van eenige mannen.
»Men vond haar in het bosch liggen, aan den
weg dood.»
Ik las den brief niet verder. Vele vragen bruisten
in mij op, terwijl het bloed mij naar de oogen steeg,
en de letters als dwarrelende vlammen dansten:
»Wat zijn haar laatste woorden geweest, en aan
wien dacht zij het laatst Waarom heeft zij daar
moeten sterven, daar, in het bosch, aan den weg,
alleen en vergeten
Ik bewonderde den moed, waarmee zij besloten
had alleen te leven en haar leed te dragenomdat
zy begreepdat niets in staat was tegen de teleur
stelling op te wegen, welke zij ondervonden had.
Zij wist, dat vriendschap tusschen man en vrouw
een hersenschim is, een gif, dat langzaam en pijn
lijk doodt, en onbestaanbaar is, waar sterkere harts
tochten gewoed hebben. Liever sloot zij haar leed