424 in zichzelve op, dan te leven in een gedwongen verhouding, die de wonde voortdurend brandender zou maken. Mijn hart kromp bij de gedachte wat haar lijden geweest moet zijn eer ze eenzaam en ver van wat zij liefhadmoest sterveneen looden gewicht van onuitgesproken wee in het hart Ik heb wat bloemen uitgezocht bleeke rozen, en rouwviolen, en passiebloemen en die heb ik naar den vreemde gezonden, om te leggen op haar graf, als laatsten groet J.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 288