135
volk, tegen hen, die hij liefhad en aan wie hij door
de dankbaarheid verbonden was Somber rijst voor
zijn oogen de krijgsmansplicht, de plicht te gehoor
zamen aan den eed, eenmaal gezworen op het
vaandel. Frankrijk riep hem op haar gezag te steu
nen, waartegen de Beni-Hassan zich verzet hadden.
Hij had gehoorzaamd, maar met den dood in het
hart. En als in een droom verloren luistert hij naar
het ver melancholisch geruisch der golven, den ver-
lokkenden zang der zeenimfen, die opduiken uit den
zilvervloed. Hij ziet ze, die verleidelijke sirenen, de
sneeuwwitte armen naar hem uitstrekkend, hem
betooverend door den glans hunner oogen. Hij voelt
den brandenden kus hunner lippen, de zalige om
arming dier albasten armenen willig wiegt hij zich
voort op den goddelijken stroom van illusie's
»Luitenant, 'tis tijd» en met schrik wordt Syl-
vien wakker. Donkere wolken bedekken nu den he
mel, duisternis heerscht alom. De scheepslantaarn
verlicht flauw de gestalten der matrozen, die straks
de kleine strandvlakte der baai moeten bezetten.
Doordrongen van het gewicht van den nachtelijken
tocht, dalen zij stil in de sloepen af, die bij den
valreep op en neder wiegen. Ook Sylvien begrijpt,
dat het tijd van handelen is. Met kracht maakt hij
zich los van de weekelijkheid, waaraan hij zich had
overgegeven en voelt d^ oude energie weer boven
komen. Ernstig waarschuwt hem de scheepsbevel
hebber om vooral toch voorzichtig en stil voorwaarts
te gaan, alle gerucht te mijden. Nog eens worden
de seinen afgesproken, dan stooten zij op Gods ge-