138
wijken. De bannier ontzinkt aan de hand van den
zieltogenden drager. Frankrijk's vaan in gevaar
Daar werpt zich Sylvien, het vaandel in de vuist,
op den vijand en weergalmt de kreet van»Le
drapeaulangs de bergen. Een schok doortrilt de
gelederen, zij zien slechts het wapperend dundoek,
de heilige driekleur geplant op den wal. Voorwaarts
gaat het, onstuimig, bruisend als de bergstroom,
die alles in zijn vaart verplet, en zegevierend dringen
ze de veste binnen. De Arabieren verdedigen kloek
moedig den grond hunner vaderen. Ieder huis is een
vesting, ieder raam een schietgat. Zij wankelen niet
en overal ziet men hunne sombere gestalten, om-
fladderd door de witte mantelsachter de barricaden
verrijzen en met doodsverachting het vuur trotseeren.
De Beni-Hassan voeden geen hoop, zij weten dat
alles tevergeefs is, en toch vallen die fiere krij
gers vol geestdrift, met den vrijheidskreet op de
lippen. Er ligt iets weemoedigs in den doodstrijd
van een volk, iets oneindig verhevens dat het hart
smartelijk aandoet. Dan eerst is de mensch werke
lijk groot, wanneer hij onbezweken met heldenmoed
strijdt voor de rechten van zijn land, voor de vrij
heid van zijn volk
Vereenigd met de Spahi's, die de Zuiderpoort heb
ben overmeesterd, dringen de landingstroepen immer
voorwaarts, verwoed door de zware verliezen, de
hardnekkig gevoerde verdediging. De laatst overge
bleven Arabieren trekken zich in de moskee terug.
Koelbloedig gelast de Fransche bevelhebber de kerk
met het geschut te vernielen, ten einde den taaien
tegenstand te breken.