139 Plotseling wordt de Moorsche kerkpoort geopend en storten zich, voorafgegaan door een stroom van vuur, de laatste Beni-Hassan stoutmoedig op den verrasten vijand. Voor hun uit golft fier de leeuwen vlag, geheiligd door het bloed der dooden. 't Is een vrouw, die de heldenbannier voertZuleikavorstin der Kabylen, die haar volk leidt in den beslissenden kamp. Tevergeefs trachten zij zich een doortocht te banen door dien muur van bajonetten. Dan volgt een worsteling op leven en doodde laatste wanho pige strijd van een volk, dat den dood verkiest boven de tirannie. Vreeselijk is die kamp der ver twijfeling, waarin de menschelijke hartstocht, aan het waanzinnige grenzende, onstuimig voort woedt, niets ontziet. Een voor een vallen de Beni-Hassan, en stervend is hun laatste kreetde vrijheid of de doodNog wappert de Bedouinen-bannier en weet van geen bezwijken. Doodelijk bleek is Sylvien teruggetreden, wanneer hij Zuleika ziet. Redden wil hij haar, redden tot eiken prijs. En met bovenmenschelijke macht baant hij zich een weg door de strijdenden naar haar toe. Daar ziet hij een verraderlijke hand haar borst bedreigen. Eén sprong en beschermend strekt hij zich voor haar uit. Te laatHet schot vlamt en bloedend zinken beide neer. Met de laatste krachtsinspanning richt Sylvien zich op. „Vergeving, Zuleika," smeekt hij. Nog eenmaal blikt zij hem vol innige liefde in de brekende oogen trekt hem naar zich toe en in een langen, heiligen kus zweven beider zielen, voor immer vereenigd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 303