147 de schaduwen, welke vielen aan dien kant der voorwerpen, die niet naar de ramen was gekeerd, merkte hij 'ten met 'n zucht doofde hij zijn lamp. En toch zocht die man licht. Grooter schaduw op het altaar der poëzie, dan tien slechte gedichten, werpt een plagiaat. Kreet En komt eens de tijd, Dat geweld wordt gebruikt, Ik weet niet, Wie er zal vallen. Soms is er in mijn binnenste onweer, storm, orkaan, 't Kan dan ontzettend spoken afgodsbeel den, van hun voetstuk geslingerd, tuimelen dooi de lucht; idealen wordt hun tooverwaas ontrukt, ze worden gedood of ruwer nog belachelijk gemaakt door 't ontleedmessarcasme der koele i ede- neering. Tusschen 't liefste, wat ik bezit, en mij plaatst zich de twijfel, snijdend of verbrijzelend, erger dan de dood. Eeuwige twijfelZonder twijfel geen misstap, geen ondeugd. Pijnlijke vragen hoor ik: „Is vriendschap? Is liefde En gruwelijker vernam ik reedszoo af grijselijk, dat ik moet zwijgen. Alles schijnt mij trouweloos, trouweloos als 't penseel. Overal grijnzen mij spotbeelden van deugden aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 311