449 kunnen verrijzen om, met kracht van banjir, uitte donderen 't vrijsprekendverpletterend „Neerlandik heb u gewaarschuwd Daarom goot ik den zang over. De vertaling blijft achterwege, wyl dezebij nader inzien, niet thuishoort in 'n Cadetten-Almanak. Men wil weldoen in 't groot en laat zijn dienst knecht honger lijden. Woorden van wijsheid wenscht gij Zoo geloof niet, dat vrienden allen zijn, die dus zich noemen. Verscheur uwe kleederen, ween valschelijk en spreek: Ik lijd; wie helpt? En een zal naderen, dien gij kent en vertröuwt, zeggende: In mijn harte is rouw, van wege uw smart. Kom tot mijzoo gij steun behoeft. Als hij zijns weegs gegaan is, ween. Ween bitter en oprecht, want deze was uw vriend niet. En een zal naderen, dien gij kent en vertrouwt, zeggende: In mijn harte is rouw, wijl ik niet helpen kan; te groot is 't eigen leed. Als hij zijns weegs gegaan is, ween. 10*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1894 | | pagina 313