XCIV hetgeen de meer of mindere talentvolle wijze van voordracht der leden daargelaten gedeeltelijk moet worden toegeschreven, aan de omstandigheid dat de meeste ten beste gegeven stukkenzoo juist in het Academie-kader pastenmeegingen met den tijdgeest van het korps, ja zelfs voor een deel aan het bestaan en leven van dat korps ontleend waren. Wie denkt dan niet dadelijk aan den typischen: »Jan Cadet" van Koppestok, de hoogst vermakelijke, op sierlijke wijze uitgevoerde: »Scarling Foif" van de gebroeders Chaldax 's Cousse, vrije losse voordrachten soms wel een weinig uit den bon ton geestig, gekruid met aardigheden, slechts voor Cadetten-auditorium begrijpelijk. Ze munten niet uit door dichterlijke poëzie, zijn niet altijd fijn van vorm en inhoud, doch daardoor hebben zij juist iets aantrekkelijks, geschikt om voor een oogenblik de lachspieren, in beweging te brengende toehoorders met een jolige, levendige stemming te bezielen. Laat Vivat" wat dergelijke huisselijke uitvoeringen aangaat, steeds in die richting voortgaan, en het zal aan zijn naam, de herinnering verbinden van vroolijkheid en ge zelligheid. Doch laten wij van Vivat" afscheid ne mende niet den Piot vergetendie menigmaal door zijn onnavolgbare mimiek, zijn talent tot nabootsing, de lachlust ten top deed stijgen. Intusschen hadden er in het Academie-bestuur ge wichtige veranderingen plaats: Het had H. M. de Koningin-Regentes namelijk behaagd den Kolonel Borel eervol van zijn betrekking als Gouverneur der K. M. Academieden Kolonel Moorrees eervol van zijn functie als Eerste Officier (aan bovengenoemde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 102