XÖVIII te verhinderen, ja wakkerden zelfs de kook- en ornmelettalenten aan. De artillerie had zich in- tusschen te Oldenbroek geïnstalleerd en wedijverde met haar Teteringsche broeders op loffelijke wijze in den dienst der vroolijkheid; getuige de schitte rende fuif door den Klem georganiseerd. Voor zeker vormde het kampleven een zachten overgang tot het groot verlof, dat den 13n Juli met gejuich begroet werd. En hiermede hebben wij de meest gewichtige gebeurtenissen van het jaar 93—94 aangehaald. En al moge eenige minder gewenschte wrijving tusschen de jaren voorgekomen zijntoch hopen wij dat ons laatste Academiejaar getuige zij van de eendracht en kameraadschap van het korps, zooals die vroeger immer hebben bestaan. De 4de September-avond vond onshalf domme lend, in een vervelenden, donkeren trein, weer op weg naar Breda, peinzend, droomend over bereikte en niet bereikte verlofsidealen en begeerlijkheden, over piquante scène's en idyllendie langzamerhand wegvluchtten hoe meer wij de Academie naderden, 't Luide Breda!" aan het station klonk ons even als altijd »haarstraubend in de ooren en langzaam begaven de jonkers zich naar den uitgang. Doch ziet, een eerewacht stond hier hun komst te ver beiden. De cholera had zijn intrede in 't land gedaanen onder geleide mochten ze naar 't Gebouw afmarcheerenmet het amusant vooruitzicht voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 106