CVIII »Ik acht mij gelukkig een gelegenheid te vinden »de openlijke hulde te kunnen brengen aan hen, »die in Indië, in Atjeli en op Lombok streden voor de eer onzer wapenenhulde te brengen aan de nagedachtenis van hen, die hun leven lieten in den eervollen strijd. Toen weinig weken geleden zoovele helaas, en zoo jeugdige levens werden geofferd in »een onverhoedschen kamp, boden een groot aantal officieren en manschappen zich aan, om hun gevallen «kameraden te vervangen en werd van een geestdrift getuigd welke ons officiers-korps tot eer strekt. Ik grijp deze gelegenheid aan ook hun hiervoor hulde te «brengen. Indien zulke voorbeelden worden gegeven door hendie reeds de eervolle plaats verwierven waarvoor hier en in het leger wordt gewerktdan mogen wij vertrouwen, dat gevoelens van opofferende vaderlandsliefde worden aangekweekt bij allendie «zich voorbereiden voor de taak hun in het leven «toegedacht. Moge de oefenschool, die hier wordt «doorloopen, rijke vruchten dragen voor het leger «in Nederland en in Indië en moge de Koninklijke «Militaire Academie nog lange jaren officieren vor- menhoogstaand in bekwaamheid, maar ook iioog «vooral in eerbied aan het gezag, trouw aan hun «vaandel en aan de Koningin, in heldenmoed en «zelfverloochening tot heil van het ons allen dier- «baar Vaderland." Deze rede werd door den Gouverneur met een heildronk op de Koninginnen beantwoord. Om twee uur was het déjeuner afgeloopen en begaven de Vorstinnen zich naar de manége, ten einde de uit voering hier te Harer eere gegeven, met Hare hooge

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 116