CXXV kuil in alle stilte des nachts achter den tempel gegraven, bevat te midden van enkele met hem hier gesneuvelde dapperen het stoffelijk overschot van den heldwiens langeeervolle militaire loopbaan één aaneenscha keling van roemrijke krijgsverrichtingen vormt! Een vreeselijke nacht van 26 op 27 Augustus wordt nog in den tempel doorgebracht, In de kleine ruimte vereenigdligt het overschot van het 6e en 7e bataljon, artillerie en trein, levenden, gewonden, stervenden, doodenopeengedrongen alles door elkaar. Geen vivresgeen water vooral. Van tijd tot tijd vuurt de vijandeen aanval echter waagt hij niet. Be schouwt hij de onzen als zij straks uit gebrek den tempel moeten verlaten, toch reeds als zijn prooi? Maar hij ontglipt hem En met eeremet onvergankelijken eere voor het Nederl.-Indische leger mag op dien terugtocht worden teruggeziendie onder de moeilijkste omstandigheden in den vroegen morgen van den 27n Augustus zuid waarts om Mataram over Sekarbelah naar Ampenan ondernomenmet zooveel orde en tucht volbracht werd en zoo meesterlijk is geleid, dat geen man behoefde te worden achtergelatengeen kogel tot de gewon den doordrong! Wat was er voorgevallen bij de mede in het binnen land met 2 compagniën van het 9e bataljon en een sectie Berg-artillerie en Genietroepen te Batoe Klian zich bevindende colonne onder den luit.-kol. P. van Lawick van Pabst, wiens verschijning in Tjakra een oogenblik de hoop in de harten der aldaar achter geblevenen had doen herleven?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 133