CXXVII Musch en Jong worden gewondbijna de geheele trein van dragers en pikolpaardende muildieren van de Artillerie vinden den dood. De straat is bedekt met lijken, die tusschen de weggeworpen of gevallen goederende gedoode paarden enz. elke poging om terug te trekken of de gemeenschap tus schen voor- en achterhoede te herstellenonmogelijk maken. Ieder afzonderlijk trachten nu de compagniën een uitweg te vinden. Onder hevig vuur gelukte het den kapitein Christan met de voorste compagnie in den looppas den westelijken uitgang van Tjakra te bereiken. Wederom volgt een bittere ontgoocheling! Van het oude bivouac te Mataram wijzen slechts de geraamten der loodsen de vroegere plaats aan. Terug dan om nogmaals te trachten de gemeen schap met de achterhoede onder den kapitein Lindgreen te herstellen. Weer dienzelfden gang tusschen de hooge muren door. Maar ditmaal geen enkel schot. Was de vijand zelf uitgeput of nam de colonne Lindgreen al zijn aandacht in beslag? Van deze is intusschen niets te bemerken. Wij moeten hier, getrouw aan 'tons voorgestelde doel, den kapitein Christan verder verlaten, dien 't gelukt omna nog den lBteu luitenant der Artil lerie Yis met de overgebleven Artillerie uit Tjakra tot zich te hebben verzameldna een uiterst moei lijken marsch en vele wederwaardigheden het strand- bivak te bereiken. Welk lot verbeidde inmiddels de compagnie van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 135