J. T.
CXXXVI
moeid, tot ge ook zelf valt, onopgemerkt, verminkt
en vertrapt door hendie achter u komenen voort
snellen over uw lichaamdat gevallen is voor zijn
roeping
Begrijpt ge 'twat er moet omgegaan zijn in het
hart van hendie daar voor ons vaderland zijn
gesneuveld Begrijpt gewat er omgaat in ons
eigen hart, als we terugdenken aan hen, die we,
zooals Musquetibr in ons midden gekend hebben
jeugdig en vol levensmoed, en die gehoorzaamd
hebben aan de roepstem, welke hun leven eischte?
Gedenkt hen in diepen eerbiedgedenkt ook den
heiligen ernst van onze roeping