12 het laatste gedeelte, nog geen 1500 man bleef over ter bescherming van de bergpassen op de zuidelijke grens, die de vijand moest forceeren om de Repu bliek te kunnen binnenrukken. Allereerst werd aan Cronjé opgedragen met 400 man naar Potchefstroom te gaan om de Procla matie te laten drukkenvervolgens verplaatste het »laager" zich den 15n December 1880, den herinne ringsdag van de overwinning aan de Bloedrivier op Dingaan behaald, van Paardekraal naar Heidel- berg en werd ongeveer ten vijf ure namiddag van den 16n December het vierkleurig dundoek van de herstelde Zuid-Afr.-Rep. op het gouvernements-kan- toor van deze plaats geheschenwelke aangewezen was als de voorloopige zetel der regeering. In ver band met het algemeen tactisch beginsel, waarvan Generaal Piet Joubert uitging, werd aan comman dant Frans Joubert opgedragen met 300 man de afdeelingen van het 94ste regiment Engelsche infan terie, die zich op weg bevonden van Lijdenburg naar Pretoria, den pas af te snijden en te verslaan. Nadat deze zegevierend van zijne onderneming in het kamp te Heidelberg was teruggekeerdwerden l'OOO man onder de commandanten J. Erasmus en H. Pretorius aangewezen om Pretoria te belegeren Cronjé bleef met 400 man te Potchefstroom achter; 250 man onder Malan zouden de bezetting van Heidel- berg vormen, terwijl verschillende kleinere afdee lingen, tot eene gezamenlijke sterkte van ongeveer 1200 man, de bezetting of belegering van Lijdenburg, Rustenburg, Staunderton, Wakkerstroom enz tot taak kregen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 162