Si li eene afdeeling van het zich achter Drakenberg be vindende leger van Jonbert. Om half tien openden de Engelschen hun artille rievuur, waartegen de Boeren bij gemis van geschut weerloos warendoch toen de bestormers binnen het bereik der geweren kwamen, keerde de kans. Ondanks de heldhaftige cavaleriecharge en den stormaanval van het 58ste regiment, gelukte het den Engelschen niet den pas te vermeesteren. »Toen ons die geweer vatte en de officieren dood schoot, liepen manschap weg." zoo verhalen de Boeren en werkelijkde Engelschen bleken tegen de Transvalersdie hoewel onervaren in den oorlog groote bedrevenheid in het schieten hebben en met bijna wiskundige zekerheid in het golvende terrein afstanden en juiste vizierhoogte weten te bepalen, niet opgewassen Man aan man strijdendevielen officieren en minde ren als korenhalmen voor de juiste schoten der Boeren. Om half elf was de aanval afgeslagen en de positie op Langnek schitterend gehandhaafd. Nadat het artillerievuur, dat den aanval der Engelschen inge leid had en hun overhaasten terugtocht gedekt had, was gestaakt, verscheen een parlementair met een schrijven aan Joubert, den aanvoerder der rebellen, doch thaus erkend als commandant-generaal. Mijnheer"schreef Colley ge zult mij een dienst bewijzen wanneer gij mij verlof wilt geven dokters te zenden om naar de gewonden te ziendie in het front van uwe positie zijn blijven liggen en man schappen om de dooden te begraven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 171