33
een aantal mannen en jaagden storm tot onder den
eersten kliprandwaar halt werd gehouden en nog
anderenmet de assistent-veldkornetsStephanas
Tichard en D. Malanzich bij hen voegden. De
paardendie men nu niet meer kon gebruikenin
een kloofwaar zij tegen 's vijands vuur beschermd
warenachterlatendeverdeelde de kleine Boeren-
macht, zich in drie partpen, van ongeveer 70 man,
ieder onder haar eigen aanvoerder. Daarop werd
naar een, in der haast, overlegd krijgsplan, en onder
het vuur der Engelschen, de steile bergtop van drie
zijden beklommen.
Het terrein was den Boeren in zooverre gunstig,
dat zij, bij het beklimmen van den berg, op onder
scheiden plaatsen door de overhangende rotsranden
tegen het vuur der Engelschen werden gedektterwijl
verder de Engelsche soldaten het hoofd niet buiten
hunne, in der haast opgeworpen borstwering konden
steken, zonder doodelijk te worden getrofien door
het lood der aanvallers. Doch overigens kostte het
bijna bovenmenschelijke inspanning, om den platten
top van den Amajuba te bereiken, waar de soldaten
met gevelde bajonet hen afwachten en een moord
dadig vuur op hen openden. Vastberaden drongen
de Boeren echter voorwaarts. Daar ieder schot van
hen doel trof, begonnen de Engelschen langzamer
hand te wijken. Wèl deden de officieren nog het
uiterste om hunne mansshappen tot staan te brengen,
wèl bodeu velen wanhopig weerstanddoch van het
oogenblikdat de Boeren zich voor de borstweringen
der Engelschen vertoonden was de strijd beslist.
Nog weinige minuten van moorddadigen strijd, van