39 Aurora blonk in gulden lach aan 't nieuwe wereldruim en zag het innig zieleleven teeder samenvloeien. In gouden boeien, met blauw fluweel omrand, sloot zij ze zachtjes in en na haar der zonnewenteling bracht, hand in handde zielen zij beiden voor een godentroon en klonk de harten saam bij 't knielen van Neêrland's jonge dochter en Neêrland's zoon. En juichend stijgen machtige orgelzangen luide omhoog. En zwaarder bangen - op die tonen tot eindelijk rommelen en donderroffelen en trommelen mij eensklaps wekken. Opstaan!" roept hard de sergeant der week. Dan slaat de trom om naar de les te gaan. 't Is koud daar buiten grauwig-bleek een Somber-duistere, koude winterdag? O! wreede droom! is dat uw Lentelach? Leo.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 189