44 daar eenzaam op zijn post en liet zijn hoofdje hangen, als schaamde hij zichzoo in luiheid op 's lands kosten te leven. En verder, en verder richtten zich mijn schreden, en eindelijk vleide ik mij neer in den schaduw van 't stuk van 24 cM. en nam een cahier in de hand. Maar och, och, 't werd mij raar om 't hart, van al die formules, en ik begreep maar niet hoe mijn arme infanteriehersentjes dat alles zouden bevatten, en mijne gedachten dwaalden af, naar vergelegen schoone oordenwaar geen leeraren de arme jonkers kwelden met ellenlange formules of onoplosbare vraagstukken. Ik dacht aan haar, want even als dat elk fat soenlijk »Zoon van Mars" betaamt, had ook ik een haarmet blauwe oogen, enfin het geheel was een ideaaltje van een meisje. En zachtkens sloten zich mijn oogenniettegen staande het boek van Badon mij nog steeds trachtte te biologeeren en mij van mijne zonde terug te houden, en ik werd in het Rijk van Koningin Mabhet rijk der droomen, gevoerd. Eensklaps, bevond ik mij op 't walletje, maar ik herkende het oude zijwalletje van thans niet meer. Het was geheel omgeven door een groote allee van prachtige kastanjeboomen, en naar mijn berekening scheen er heel wat tijd verloopen te moeten zijn om van de akelige kastanjesprietjes van thans, de reusachtige boomen van toen gemaakt te hebben. En werkelijkik was in het jaar 2000. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 194