55 gaan slapen en dan konden Kitty en Hans een klein toertje gaan doen. Neen dat wilde Kitty nu weer niet, zij zou aan Hans gaan zeggendat Em ziek niet wel gevoelde en zij dus vandaag niet konden rijden. En weg was ze al. Hans zat in 't Salon en kad reeds van den ouden keer van den Heuvel vernomendat zijn dockter lickt ongesteld was. Hij informeerde vol deelnemende kelangstelling naar den toestand van zijn meisje toen de deur open ging en Kitty binnentrad. Hans sckrok, maar kerstelde ziek spoedig. Kitty betreurde ket ookevenals kaar vriendin dat de dagelijkscke uitspanning ackterwege moest blijven, en vertelde, dat Emma er op gestaan had, dat Hans met haar uit zou rijden. En ondanks zickzelven ontviel aan Hans de uit- noodigingof Kitty er plezier in kadeen half uurtje uit te gaan.... Als Emma toch wou rusten? Neen, Kitty zou het toch maar niet doen. Toen eekter ook den keer van den Heuvel den raad gaf, te gaan, werd dienovereenkomstig besloten. Hans en Kitty wielerden de bekende paadjes op de laantjes door. Het gesprek wilde niet vlotten ket was alsof een loodzware last Hans op ket kart drukte alléén met die vrouw koe had hij kaar kunnen uitnoodigen met kern te gaan En zacht mompelde hijals om ziek zelf te overtuigen Ik heb kaar niet lief, ik heb kaar niet lief!" Eensklaps schrikte hij op: liefhebben, hij die vrouw liefhebben? Was ket dan toch werkelijk zoover, dat hij aan liefde moest denken Hij trachtte zich Emma voor te stellendie lieve goede zachte Empie, maar altijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 205