Genta 61 Wat dreunt daar en dondert en bromt en weerklinkt En rommelt en rolt langs de velden? Het zijn de kanonnen, bet is bet gevecbt, Want zij zijn gekomen, de belden. Staat pal, gij soldaten en straft bet verraad En laat dan ook bier weer, o dapp'ren, Waar door het verraad Holland's bloed heeft gevloeid, De driekleur van Nêerland wapp'ren. En boven ben allendaar valt één in 't oog Een kogel doorboort dien getrouwe; Hij valtmaar verneemt toch nog stervend bet lied Het zegerijk lied van Nassouwe. De klokkenzij luiden't is feest in bet land En vlaggen versieren de straten, Maar één stemt niet in met bet vroolijk gejuich. Het leert baar den menscb veeleer baten. »Dit feest," roept zij uit, bet is duur u gekocht »Met bet bloed van uwe edelste zonen. »Ga voort, wees zelfzuchtig en jubel en tier, »Ga voort met bun bloed nog te hoonen." Maar boort van den toren weerklinkt weer bet lied.... Zij roept vol berustend vertrouwen Neen, stierf ook mijn trots, stierf mijn eenigste zoon, -Hij viel voor den roem van Nassouwe."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 211