72
Was zonder straf en 's avondsvet
Want het gold het feest van 't Jubileem
Der Militaire Acadeem
Die d'Oranjevaan juist zestig jaar
Gesteund had met een dapp're schaar,
Officieren zonder vrees of blaam
In zwaard- en pennenstrijd bekwaam.
Geheel de stad was in groen gedost
De Markt wemelde van »kost,"
Zooals men dat alleen kan zien
In een garnizoensplaats met Cadettenlien
ConcordiaHof en Sociëteit
Huisvesten alle als om strijd,
De dorstigsten der Weerbaarheid
Onder wien Kilacadmons specialiteit
Uitmuntte door haar handigheid
In 't aantoonen der vergankelijkheid
Eener volle flesch.
Men dronk, men zong, men stootte aan,
Met Rijnwijn of met Champyglas
En speechte met grogstem of met bas
Op 't Corps, dat d'Armee tot glorie was,
Dat lang nog Kilacadmon leev',
Voorzienigheid haar voorspoed geev',
Zoo klonk d'eenpaar'ge zegebee
Der Militaire haute volée"
En van menig Jantje" uit 'n Bredaasch Café,
Dol-happig op de financieele pret
Een fooitje te krijgen van Jan Cadet.
Helaas! Helaas!
Niets is bestendig in den loop der jaren
Ook d'Academie moest dat wedervaren