103 tranen parelen daartusschen tranen van verrukking van betooverend geluk; ze vleit haar hoofdje tegen zijn borst en zachtkens drukt bij een kus op het blonde haar. Thans is alles voorbijvoorbij om nooit weer terug te keeren. Heerlijke middagenwandelingen in het bosch harmonisch opgaan in eikaars zielenwegwiegelen op droomerig - weeke melodiën eener ideale liefde. Zangen van gelukdie jubelend aanbruisenhet hart met wilden gloed doortrillenom langzaam neer te ruiscben in melancholiewonderlijk zoet. Droomengezeten aan den oever van het meer over de toekomst vol illussieterwijl de ondergaande zon rood schittert door de ijle winterlucht, weer kaatst in het water, wiens roze golven spelen met de afgevallen blaren, drijvende op den vloed. De handen ineengestrengeldde oogen lachend in elkaar starend, spraken zij over hun liefde; woorden vol teederheid, nu eens plagend, zonnig schalks, dan weer droevig. Ze zijn oud die woordenzullen immer oud blijvenen toch vertolken zij de hei ligste reinste gevoelens die sluimeren op den bodem der zieldiep verborgen als vreezen zij den spot- tenden blik eener koudeonverschillige wereld. En te midden van al haar geluk was Cécile plot seling ziek gewordenze had een zware koude gevat en kwijnde langzaam weg. Zij worstelde daartegen met haar jeugdmet de wanhoopskracht van het bestaan. Zij wilde blijven leven, was nog zoo jong. En dan die laatste maaldat zij hem gezien heeft. Cecile zat aan zijn voetenhad zjjn handen in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 253