113 Piëzo verschrikt Wat hoor ik, heb ik wèl begrepen Is geen verhaal meer op de zaak? Mij dunkt van veertig, vijftig maken Is waarlijk niet zoo'n zware taak Te meerdaar met wat menschenkennis Ge toch onmidd'lijk inzien moet, Dat enkel en alleen verstrooidheid Mij speelde dat fataal bankroet. Protus. 't Is jammer voor udat uw slimheid Zich in niets anders heeft geuit Dan in het zoeken naar verzinsels Waarmee ge nutt'loos spilt uw kruit. Verstrooid" is een nare ziekte, Maar nooit een verontschuldiging Voor onvoldoend' examenkennis Laat staan dat 't daarmee samenhing. Wij blijven dus bij onze uitspraak En wenschen u een volgend maal Wat meer soliede geestesgaven. Piëzo wankelend Gerechte Hemel, houd mij staande Dit tergend lot is al te wreed Doe mij de krachten niet ontzinken Of ik bezwijk in 't smart'lijk leed. [Hij valt neer.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 263