SLOTZANG. 118 PlËZO. Wat wond're macht heeft mij vermeesterd Wie nam die droefheid uit mijn hart, Wie zoog het gif uit mijne wonde Wie had erbarmen met mijn smart Waart gij het trouwe kameraden, Wier koorzang nog mijn hart doortrilt Zoo ja0'k dank u voor uw woorden Voor elke traan door u gestild, Ik voel mij als herboren wezen, Het rouwfloers, dat mijn geest omgaf, 't Is weggetooverd door uw vriendschap Die mij omstraald met gulden lach, Vaarwel, vaarwel examenjury! Uw pijl stuit af op d' oude macht, Die mij weer boeit aan 't wereldsch leven, Nu 't Groot Verlof ons allen wacht. Vaarwel dictaten, studieboeken, Verleid'lijke bekoorlijkheên Uw Piëzo wensch u goeden nachtrust, Als dank voor diensten in 't verleen 'k Zet van mij af het som'bre denkbeeld Denzelfden Cursus in te gaan De Teteringsche heide wenkt mij 'k Schuif alle plagen van de baan Daar wachten mij gastvrije tenten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 268