Zooals een scheepje op zijn schaduw drijft door 't lichten over 't wijde water zweeft en, of 'took ga, waar zonneglans er beeft op 't water, steeds de kille schaduw blijft, Zóo gaat mijn ziel door 't lichte leven heen en over kalme, breedgespreide liefde, maar waar ik ging en vreugde vond, steeds griefde een somber leed mij't was nooit vreugd alleen. Ozal er eens een heerlijk hemelsch licht mijn ziele gansch omgloren en vervuren, zoodat zij zelv' een lichte vuurgloed is, Of sterft er eens al 't licht voor duisternis die om mijn ziele hangt in eeuwig duren terwijl zij stil en dood in 't donker ligt? W.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1895 | | pagina 272