llltt öc ÜJijsljftMttiifrfn
ju Spreuken.
Vergeefs zal steeds de ruwe hand
Aan 't Schoone zich vergrijpen,
Men kan den eenen diamant
Slechts met den and'ren slijpen.
Voldoende is de geur der roos
Waartoe haar ooit gebroken?
En wie alleen den geur zich koos,
Heeft nooit haar doorn gestoken!
128