LXXXV1
Doch laten we nu tot het jaarverslag komen
dat onze voorgangers tot 24 November 1893 hadden
bijgehouden Die dag was getuige van de schitterende
fuif van Vivat," dat weder zijn eenmal gevestigden
goeden naam handhaafde en veel succes inoogste.
Dat de nummers, die de vereeniging ten beste gaf,
in onzen smaak vielenbewezen de sedert dien tijd
»en vogue" zijnde zangdito's, en dikwijls weerklonk
door 't gebouw het op de wijze van »Loin du Bal"
gezongen stukje van Chaldax.
De wiegende tonen brachten ons in herinnering,
dat het Assaut op handen was. Het Assaut, het
glaspunt van het jaar, ons Dokstukje, waarvoor
we alles over hadden. En toch had een gedeelte
van het korps om de ons bekende redenen zich tegen
houden daarvan verzet. Een schriftelijke stemming
bewees echter dat de oude fuifgeest nog in ons
leefde. De dagen na de uitvoering van Vivat"
vonden ons dan ook in full training. De Assaut-
Commissie, uit Koning (als president,) Koch, Pabst,
van Aken, Boumanvan Hasselt en van Erp be
staande, wist er de ware animo onder te houden.
Even als vroeger was ook nu weder de gymnatiekzaal
het tooneel der voorstellingen en algemeene repetitie's.
Vooral die op de vrije Woensdag middagen konden
verbazend gezellig zijn. Het gloeiende kacheltje,
dat ons een welkome gelegenheid aanboodde
stramme, slechts door een tricot bedekte, ledematen
te verwarmen; de vroolijke, opwekkende, traditioneele
Assaut-marschen en walsende gedachte aan den
gewichtigen avondaan het wellicht te behalen
succes dat alles maakte dat er braaf gewerkt