CXXVIII en cavalerie voorafgingen, den uitslag der gehoudene overgangsexamens. Grooter en grooter werd ze op den 30sten Mei, des namiddags tegen vier uur, toen we de commissie, die over het lot van zoovelen zou beslissen, zich in de receptiezaal zagen verzamelen. Diepe stilte heerschte aan tafel, toen de uitslag hekend werd. Bijna algemeen was de verslagenheid! Zoo'n slachting hadden we niet verwacht! Slechts de helft van het veertigtal kon met opgeruimd gemoed de Academie verlaten, in het zalige bewustzijn, dat hun eene detacheering wachtte zonder zorg, zonder studie! De neerslachtige stemming was dien avond tot zelfs op de kermis merkbaar. Den 4 sten Juni werd de reveille een uur vroeger dan gewoonlijk geslagen en naderde het oogenblik van afscheid. Door een hartelijk vaarwel der achterblijvende kame raden vergezeld, aanvaardden de verschillende detache menten twee uren daarnade reis naar de plaatsen hunner bestemming. Als garnizoenen voor de infan terie waren aangewezen Assen, Arnhem en Amersfoort; voor de cavalerie Deventer. Toen werd het leeg en stil op de Academie. Het groote gebouw, dat door één studiejaar toch nog lang niet was gevuldscheen nog holler dan te voren Dien dag begon ook voor de Artillerie en Genie de eigen-oefening, 's morgens weer op de amusementszaal, 's middags en 's avonds overalwaar maar een plaatsje was te vinden. Een bezoeker op de K, M. A. zal hij zijne rondwandeling in het gebouw en daarbuiten wel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1897 | | pagina 128