10
Nu komt de wacht in 't geweer, de boosdoener wordt
gegrepende oude Markies bespeurt de afwezigheid van
zijn nicht, roept de bedienden te wapen en galmt om
zijn «rippets". Men brengt hem zijn hoofddeksel, zijn
rapier en zijn strijdros, hij werpt zich in den zadel
en snelt, gevolgd door zijn wraaklustige peons de
roovers van zijn nichtje achterna.
Te laat ze hebben reeds het kasteel van Don
Ramiro bereikt en dit in staat van tegenweer gebracht.
Geholpen door het toestroomende landvolkdat meest
in primitief costuum gekleed, maar trouw en niet
minder vechtlustig is dan de oude heer zelf, onder
neemt Don Gonsalio een zeer actieve belegering. De
beide partijen bestaan nog slechts uit Infanterie; de
paarden van zooeven zijn in strijders omgetooverd en
onder het aanheffen van wilde oorlogskreten gaat men
elkaar te lijf. Don Ramiro zwaait zijn slagzwaard,
Don Antonio hanteert met meesterschap de knoopen-
scliaar, zelfs Dona Clara neemt een werkzaam aandeel
aan de verdediging en dient den bestormers Kneippsche
begietingen toe.
Eindelijk grijpt Gerrit den oom van het meisje van
zijn vriend bij den kraag, werpt hem op den grond
en stoot hem met theatraal gebaar de knoopenschaar
in 't hartbrullend
«Sterf, ouwe patjakker!"
Het gevecht is als met een tooverslag geëindigd
de knechten van Gonsalio druipen af of huldigen den
nieuwen meester de partijen en het volk verbroe
deren zich, de geliefden vallen, door en door nat in