24
En zoo bloeide dan, krachtig en in weelderige
schoonheid, het droomleven van vroeger weer in hem
op, wederom idealen en genietingen brengend als van
oudsen een paar dageneen paar weken leefde hij
weer dat wondere bestaan van zelfbedrog en schoon
heid nam hij weer de gewaarwordingen van een
andere ziel in zich op, gaf hij weer het beste en
edelste dat hij putten kon uit zijn binnenste. 0de
gouden, onvergetelijke uren van dat hoog-gespannen
aan het hoogste gewijde samenleven
Er bestond geen scheidsmuur meer, zij lachten nu
om hun angst van vroeger en genoten met hun heele
ziel dat rijke bestaan van droombeelden en dweperijen,
waarin elk woord een kostbaar geschenk was, elke
nieuwe gedachte fonkelde als een diamant.
0hoe zorgeloos en blij dansten nu weer de jonge
blonde zielekinderen in den zonneschijnniet denkend
aan den Dood die naderen zou
III.
Want plotseling wel vooruitgeweten, en toch,
toen het er waszoo onverwacht en wreed kwam
het einde. De roes was voorbijen het aldagsleven
riep de een hier-, den ander daarheen, ieder in zijn
eigen, dorren, eentonigen bestaanskring, die hen
scheidde met vele uren en dagen van afstand.
Wat nu Die vraag was in beiden opgerezen
maar geen had haar in woorden durven brengen.
Gedurende den nacht, die hun scheiden voorafging,
lag hij vele uren wakker, en in dien nacht vormde